Voorzetsel a
-
Naar, geeft richting aan:
Voy a Madrid / Ik ga naar Madrrid
-
Gaan + infinitief / Ir + a + verbo:
Voy a estudiar / Ik ga studeren
-
Voor een persoon in een lijdend of meewerkend voorwerp:
Escucho a la profesora
Doy las llaves a María
-
Met kloktijden:
a las cinco de la tarde
-
In combinatie met veel werkwoorden:
Acostumbrarse a / wennen aan
Aprender a / leren
Asomarse a / ergens verschijnen
Atreverse a / durven
Ayudar a / helpen
Comenzar a / beginnen
Decidirse a / besluiten om
Empezar a / beginnen
Enseñar a / doceren, les geven
Esperar a / wachten op
Negarse a / weigeren om
Obligar a / dwingen tot
Parecerse a / lijken op
Ponerse a / beginnen te
Volver a / opnieuw (doen)
-
Met werkwoorden van beweging:
María llega a casa a las cinco de la tarde
-
van ……tot…..:
de lunes a viernes / de cinco a ocho…
-
waarmee:
¿En qué puedo ayudarle?
Waarmee kan ik u helpen?
Voorzetsel en
-
in:
Vivo en Ámsterdam / Ik woon in Ámsterdam
-
bij:
trabajo en Philips / Ik werk bij Philips
-
op:
El libro está en la mesa / Het boek ligt op tafel
-
vervoermiddel van personen:
Voy en coche / Ik ga met de auto
-
In combinatie met werkwoorden:
Confiar en / vertrouwen op
Creer en / geloven in
Entrar en / binnenkomen
Pensar en / denken aan
Tardar en / treuzelen met
*(tardar en llegar / lang op zich laten wachten, laat aan komen zetten)
Voorzetsel con
-
met:
café con leche / koffie met melk
-
In combinatie met werkwoorden:
limitar con / grenzen aan
casarse con / trouwen met
vivir con / wonen met
soñar con / dromen over
enfadarse con / boos worden op
contar con / rekenen op
conformarse con / zich tevreden stellen met
contentarse con / tevreden zijn met
Voorzetsel de
-
Van:
La casa de María
-
Uit:
Soy de Madrid
-
Om het soort materiaal aan te geven:
Reloj de oro / Gouden horloge
-
Met klokuren:
Las siete de la tarde
-
Om woorden te plakken:
Gafas de sol / zonnebril
- van ……tot…..:
de lunes a viernes / de cinco a ocho…
-
In combinatie met werkwoorden:
Acabar de / net klaar zijn met
Acordarse de / zich herinneren
Cansarse de / moe worden
Despedirse de / afscheid nemen
Disfrutar de / genieten van
Enamorarse de / verliefd worden
Encargarse de / zorgen voor
Estar de vacaciones / op vakantie zijn
Tener ganas de / zin hebben om
Tener miedo de / bang zijn voor
Tratar de / proberen om
Voorzetsel para
-
Om te / Doel / doelstelling (voor):
Estudio mucho para tener un buen trabajo
Ik studeer hard om een goede baan te hebben
-
Bestemming (naar):
Viajo para Madrid
-
Indicatie van termijn / periode (voor):
Este proyecto es para el lunes / Dit project is voor maandag
-
Bedoeld voor (voor):
Este regalo es para Carlos / Dit cadeau is voor Carlos
Voorzetsel por
-
Tijdsaanduiding:
por la mañana, por la tarde, por la noche
-
Plaatsaanduiding:
Por aquí / Hier ergens
-
Door, langs, via:
Paseo por la ciudad
-
Reden (wegens):
Por la lluvia no puedo ir al parque
Wegens de regen kan ik niet naar het park gaan
-
Middel / medium / (per, met):
El cliente llama por teléfono / De klant belt
-
Prijs / prestatie / ruil (voor):
2,00 por el café / € 2,00 voor de koffie
-
Om te bedanken:
Gracias por las flores / Bedankt voor de bloemen
-
Vaste constructies:
Por fin / eindelijk
Por ejemplo / bijvoorbeeld
Por favor / alsjeblieft
¿Por qué? / waarom?
Por eso / daarom
Por supuesto / uiteraard
Por cierto / trouwens
Por lo general / over het algemeen
Por consiguiente / derhalve
-
In combinatie met werkwoorden:
Hacer por / zijn best doen om, zich inspannen om
Pasar por / langskomen
Preguntar por / Vragen naar
Preocuparse por / zich zorgen maken over
Llamar por teléfono / telefonear
Luchar por / strijden om
-
Door (lijdend):
Escrito por Roald Dahl / Geschreven door Roald Dahl
Andere voorzetsels
Desde sinds Desde el lunes / Sinds maandag
van ……tot…..
desde el martes hasta el jueves
de martes a jueves
Entre tussen
Hasta tot Hasta luego / Tot straks
Sobre op En la mesa / Op tafel
Sin zonder
Hacia naar
hacia adelante naar voren
vivo hacia allí ik woon die kant op
salgo hacia Barajas ik vertrek naar Barajas
hacia la noche tegen de avond
hacia las tres tegen drieën